- Gegevens
- Gepubliceerd op 13 juni 2018
Bidden, bevelen en proclameren
Vanaf het voorjaar (2017) ben ik aan het schrijven aan een nieuw boek. De voorlopige titel is: Genezing en bevrijding tussen 'nu al' en 'nog niet'.
- Wat zit er nou achter dat in het werk van genezing en bevrijding (en dat is geen optie, maar een bijbelse opdracht! ) God soms zo verrassend ingrijpt en antwoordt op onze gebeden, alsof de hemel openscheurt, en dat in andere situaties de hemel van koper lijkt en processen van genezing en bevrijding uiterst taai zijn of gewoon stagneren?
- Wat is daarin het verschil tussen genezing en bevrijding? En ook: tussen lichamelijke en innerlijke/emotionele genezing? Want met vele anderen zeg ik dat God eerder bevrijding dan genezing geeft.
- Wanneer bid je om genezing en bevrijding (vraaggebed) en wanneer spreek je een bevel of proclamatie uit?
- Wat betekent het gegeven dat het Koninkrijk van God weliswaar 'reeds' onder ons is, maar ook 'nog niet'? En dat we nog steeds wachten op het volle Koninkrijk van God, op een nieuwe aarde onder een nieuwe hemel?
- Wat kunnen belemmeringen en valkuilen zijn in de Dienst der Genezing en in de Dienst der Bevrijding?
- Wat zeggen we als we zeggen dat God 'soeverein', ook in zijn reactie op onze gebeden om genezing en bevrijding? En: kan God zich ook verbergen? Kan God ook een weg gaan met het lijden, en kan dat lijden zelfs Gods bedoeling zijn?
In het boek werk ik nog meer thema's uit, bijvoorbeeld de vraag:
- Wat zijn de grotere werken die de leerlingen en wij volgens Jezus zullen doen (Joh. 14:12)?
- Op welke manier is er een verschil tussen Jezus’ bediening en de onze?
- Waaraan moeten we denken bij Paulus' ‘doorn in het vlees' (2 Kor. 12)? Was dat een ziekte of had het meer met tegenstand in zijn bediening te maken? Of van allebei wat?
- En wat betekent het dat in de striemen van Jezus er voor ons genezing is (Jes. 53, Mat. 8)?
Nu mijn gedachten over Bidden, bevelen en proclameren:
Bidden doe je tot God, in het vertrouwen dat Hij antwoordt op het gebed, dat Hij hoort en verhoort. Je blikrichting is van beneden naar boven, je kijkt omhoog en verwacht het van God. Een (dienst)bevel spreek je uit tegenover de duivel en zijn trawanten. Dat is een andere positie. Je staat nu in de autoriteit van Christus en je spreekt met gezag. Dat is een beweging van boven naar beneden. Want ‘geestelijke oorlogvoering is geen horizontale strijd, maar een verticale commandostructuur’ (Neil Anderson).
Een proclamatie zit dicht tegen een bevel aan: het is een machtswoord, een gesproken woord met gezag. Je spreekt dat uit over een situatie, over een persoon of over een ziekte. Dat kan met eigen woorden (voorbeelden verderop in dit hoofdstuk), dat kan ook en misschien nog beter met bijbelwoorden. Wie een bijbelwoord als proclamatie uitspreekt, spreekt een belofte, een belijdenis, een woord van God over een situatie uit. Eén van mijn favorieten in het bevrijdingspastoraat is Johannes 10:10, waar Jezus zegt: ‘De dief komt alleen maar om te stelen, te slachten en verloren te laten gaan; Ik ben gekomen, opdat zij leven hebben en overvloed hebben.’
Het hoeft geen betoog dat het uitspreken van proclamaties geen toverspreuk is of een magisch gebruik van het Woord van God. Het is alleen effectief als het onder leiding van de Heilige Geest gebeurt. Tenslotte noemt Paulus het Woord van God ‘het zwaard van de Geest’ (Ef. 6:17). Die leiding van de Heilige Geest is overigens evenzeer nodig bij ons bidden en bevelen.
Proclamaties zijn eigenlijk ‘woorden van geloof’ die over situaties of personen worden uitgesproken. Over deze ‘gesproken woorden van geloof’ zegt Randy Clark vanuit zijn eigen ervaring het volgende:
- Het is iets anders dan een woord van kennis, een profetie of een getuigenis.
- Je proclameert wat je gelooft dat God in een bepaalde situatie gaat doen. Je spreekt dat hardop uit.
- Door het hardop uit te spreken, wordt geloof vrij gezet in die situatie.
- Proclamaties zijn alleen effectief onder de leiding van de Heilige Geest of op grond van een openbaring. Je doet dat dus niet omdat je het zelf zo graag wilt, omdat je de situatie graag wilt veranderen.
Wanneer kies je voor een gebed? In welke situaties spreek je een proclamatie of dienstbevel uit? Past dat alleen als er sprake is van inmenging van de boze en als bevrijding van demonische banden nodig is, of kan dat evenzeer in geval van ziekte? Kun je ziekte ook toespreken? Kun je genezing over iemand proclameren? En wie bidden er eigenlijk? Alleen teamleden en mensen actief in het gebedspastoraat of ook de confident, de zieke zelf? Over deze vragen gaat mijn hoofdstuk 9. Als opwarmer noteer ik de volgende mogelijkheden om te bidden, te bevelen of te proclameren:
1. Vraaggebed:
- ‘Barmhartige God, hemelse Vader, wilt U genezing schenken aan ...’
- ‘Verlos mij van die kwelgeest.’
- ‘Verlos ons van de boze.’
2. Bevel:
- ‘We bevelen in de naam van Jezus dat genezing zal komen over ...’
- ‘Kanker, verdwijn in Jezus’ naam...’
- 'Wees genezen, in Jezus’ naam.’
- ‘Geest van de dood, geest van leugen, verdwijn in de naam van de Here Jezus Christus.’
3. Proclamatie:
- ‘Ik spreek genezing over deze ziekte uit.’
- ‘Ik spreek leven en overvloed over je uit.'
Of het uitspreken van een bijbelwoord.
Jan Minderhoud