"De enige zorg van de duivel is om heiligen van het gebed af te houden. Hij is niet bang voor studies, werk en religie zonder gebed. Hij lacht om ons zwoegen, bespot onze wijsheid, maar beeft wanneer wij bidden."
Onderaan dit artikel vind je een doorlink naar een toespraak van John Mulinde uit 2000. John Mulinde is een Oegandese gebedsleider van naam. In de doorlink vind je bijzonder onderwijs over geestelijke strijd, en vooral het getuigenis van een ex-satanist hoe onze gebeden invloed hebben in de geestelijke wereld.
Het doet me denken wat ik ooit las bij Neil Anderson. Hij geeft een mooi voorbeeld hoe concreet de effecten van onze gebeden kunnen zijn: ‘De moeder van een van mijn studenten was paranormaal begaafd. Op een dag vroeg ze hem: “Jim, heb je voor mij gebeden?” “Natuurlijk moeder.” “Stop daarmee”, zei ze resoluut. “Je verstoort mijn aura.”’ Doorgaan met bidden dus, voegt Neil Anderson eraan toe. Ook noemt Anderson het voorbeeld van een man die als hogepriester actief was geweest in het satanisme. Een half jaar na zijn bevrijding gaf deze man in een kerk zijn getuigenis. Bij die gelegenheid vroeg Anderson: ‘Jij weet wat er aan “de andere kant” gebeurt. Hoe kan een christen zich het beste verweren?’ Het antwoord van de man was stellig: ‘Door te bidden. En als je bidt, wees dan oprecht. Een krachtig gebed doorkruist satans strategie zoals niets anders dat kan.’ (Neil T. Anderson, De Bevrijder, 1995, pag. 84-85).
Een krachtig bijbels voorbeeld van bidden als geestelijke strijd is het gebed van Daniël. In een indrukwekkend en vooral diepgaand gebed belijdt Daniël, met vasten en onder tranen, plaatsvervangend de zonden van het volk en van de generaties die hem zijn voorgegaan. Zelfs noemt hij ‘onze koningen, onze vorsten’, dus die hele rij koningen van Israël die ongehoorzaam waren aan Gods geboden en het volk voorgingen in afgoderij en allerlei zondepatronen (Dan. 9:1-19). Een gebed vanuit de diepte, vanuit de malaise van de ballingschap. Een plaatsvervangend schuld belijden, een diepe verootmoediging. Wat is het antwoord op zijn gebed? Dat de engel Gabriël komt en een nieuwe openbaring geeft aangaande de toekomst van Gods volk Israël (9:20-27). Het antwoord komt zelfs al ‘terwijl ik nog sprak en bad, mijn zonde en de zonde van mijn volk Israël beleed, en mijn smeekbede omwille van de heilige berg van mijn God richtte tot de HEER, mijn God’ (vers 20). Hetzelfde gebeurt in het volgende hoofdstuk, waar Daniël een vastenperiode van drie volle weken kent om inzicht te verkrijgen in Gods plannen en zich voor God te verootmoedigen (10:2-3,12). Dan verschijnt hem een engelgestalte die aan Daniël inzicht geeft in de strijd in de hemelse gewesten, met name de strijd tussen Michaël en de vorst van de Perzen (10:13, 20-21, 11:1). Ook ontvangt Daniël inzicht in de consequenties van deze strijd voor de geschiedenis van Gods volk en dat er voor het volk een periode van grote verdrukking zal plaatsvinden. Daarbij zal de aartsengel Michaël het volk terzijde staan (11:2-45, 12:1-3). Het is een mooi voorbeeld over hoe onze gebeden de onzichtbare wereld in beweging kunnen brengen.
In de toespraak van John Mulinde worden drie soorten van gebeden in de geestelijke strijd genoemd. Alle gebeden verschijnen als rook dat opstijgt naar de hemel.
1) Sommige gebeden verschijnen als rook dat langs drijft, ze verdwijnen weer in de lucht. Deze gebeden komen van mensen die niet bereid zijn de zonde in hun leven op te geven. Hun gebeden zijn zwak; ze worden weggeblazen en verdwijnen in de lucht.
2) Een ander soort van gebed is ook als rook. Het stijgt naar boven tot het de rots bereikt; maar het kan niet door de rots heen breken. Deze gebeden komen meestal van mensen die proberen zichzelf te reinigen, maar bij hun gebed niet over voldoende geloof beschikken. Ze negeren meestal andere belangrijke aspecten die nodig zijn wanneer iemand bidt. Of ze zijn daar onwetend over.
3) Het derde soort gebed is als rook dat is gevuld met vuur. Als het omhoog stijgt, is het zo heet dat wanneer het de rots bereikt, de rots begint te smelten als was. Het doorboort de rots en het gebed gaat door naar de hemel.
Dit onderscheid zette me aan het denken. Want ik weet dat er gebeden zijn die als het ware doorstoten tot de troon van God. Die gebeden zetten iets in beweging. Die gebeden zet God aan tot handelen. Die gebeden raken Gods hart.
Enkele gedachten van mijn kant:
- Allereerst is er voor ons allemaal een opdracht tot volhardend gebed. “Bid onophoudelijk”, zegt Paulus in 1 Tessalonicenzen 5:17. Of denk aan Jezus, die een gelijkenis vertelt “over de noodzaak om altijd te bidden en niet op te geven." En vervolgens vertelt over een rechter in een stad die geen ontzag voor God heeft en een weduwe die vasthoudend om recht komt vragen. Bidden heeft dus iets in zich van ‘doorgaan’, ‘volharden’, niet opgeven.
- Je kunt ook verkeerd bidden. Jakobus zegt: “U verlangt naar iets, maar krijgt het niet. U bent jaloers en moordlustig, maar bereikt uw doel niet. U bekvecht en twist met elkaar. U krijgt niets omdat u niet bidt. En als u bidt ontvangt u niets, omdat u verkeerd bidt: u wilt alleen uw eigen hartstochten bevredigen.” (Jakobus 4:2-3).
“Had ik kwaad in mijn hart gevonden, de Heer had mij niet gehoord.” (Psalm 66:18).
Denk ook aan het scherpe woord van Jesaja: “De arm van de HEER is niet te kort om te redden, zijn gehoor niet te zwak om te luisteren – jullie wangedrag is het dat jullie en je God uit elkaar heeft gedreven; door jullie zonden houdt hij zich verborgen en wil Hij je niet meer horen. Want jullie handen zijn besmeurd met bloed, je vingers bezoedeld door wandaden, je lippen spreken leugens, je tong prevelt bedrog.” (Jesaja 59:1-3) - Maar je kunt ook de gebeden bidden die naar Gods wil zijn. Dat zijn de gebeden die je bidt in de naam van Jezus. En dan bedoel ik niet dat je ‘in Jezus’ naam’ als een soort toverformule gebruikt, als een standaard afsluiting van elk gebed (dat hoeft echt niet!), maar dat je zó bidt dat de verhoogde Heer Jezus Christus zijn naam en zijn gezag aan jouw gebeden kan verbinden. Dan bid je naar de wil van de Vader. Dan geldt wat de apostel Johannes zegt: “Wij kunnen ons vol vertrouwen tot God wenden, in de zekerheid dat Hij naar ons luistert als we Hem iets vragen dat in overeenstemming is met zijn wil. En omdat we weten dat Hij naar ons luistert, wat we Hem ook vragen, weten we ook dat we alles al hebben gekregen wat we Hem gevraagd hebben.” (1 Johannes 5:14-15). Je kunt misschien ook vertalen met: dat we gebeden van Hem ontvangen hebben, Hij legt ons de goede gebeden in onze mond en in ons hart.
- Wat ik verlang: om te leren bidden naar de wil van God, zodat mijn en onze gebeden ‘doorstoten tot de troon van God’. Bij die troon is veel genade. “Nu wij een hooggeplaatste hogepriester hebben die de hemel is doorgegaan, Jezus, de Zoon van God, moeten we vasthouden aan het geloof dat we belijden. Want de hogepriester die wij hebben is er een die met onze zwakheden kan meevoelen, juist omdat Hij, net als wij, in elk opzicht op de proef is gesteld, met dit verschil dat Hij niet vervallen is tot zonde. Laten we dus zonder schroom naderen tot de troon van de Genadige, waar we telkens als we hulp nodig hebben barmhartigheid en genade vinden.” (Hebreeën 4:14-16)
En dan nu de doorlink naar de toespraak van John Mulinde. Neem, lees en vooral: groei erin om de gebeden naar Gods wil te bidden.
Zie ook Aanbidding als wapen in de geestelijke strijd, en verder Bidden en geestelijke strijd en Bijbelgedeeltes en gebeden in geestelijke strijd
februari 2019
Jan Minderhoud