Afgelopen half jaar was ik op drie verschillende manieren bezig met vragen rondom ecologie/klimaat, schepping en ethische vragen. Ik las het boek van Trees van Montfoort, Groene theologie, niet wetende dat dit het theologisch boek van het jaar 2019 zou worden.
Ook las ik een oud boekje, De mens en zijn erfgoed - Ethische en maatschappelijke aspecten van de moderne gentechnologie (1992), een boekje met een ook vandaag nog verrassende actualiteit. De grootse gemene deler in deze twee boeken: hoe 'antropoceen' (mensmiddelpuntig) we denken, hoezeer we de mens in het middelpunt van onze wereldorde en van ons denken zetten. De oude vertaling van Psalm 8 heeft in de titel boven de psalm van de mens zelfs 'de kroon van de schepping' gemaakt, terwijl dat volgens Genesis 1 en in de joodse traditie niet de mens maar de sabbat is...
De gevolgen laten zich raden: in onze westerse (beheers)traditie is de mens op een ongezonde manier de natuur naar zijn hand gaan zetten. Daarmee nemen we lang niet altijd de door de Schepper God gestelde grenzen in acht.
Ik moest aan dit alles terugdenken naar aanleiding van een ander boek dat afgelopen zomer las, onder redactie van Wielie Elhorst: Wondermooi, zoals U mij gemaakt hebt - Handreiking voor gelovige transgenders en werkers in de kerk (2019). Een samenvatting van en kritische reflectie op dit boek - van mijn hand - vind je in dit artikel.
Zie ook Genderideologie... punt van aandacht en voorbede
En om nu alvast te bidden
Leer ons het ware vasten
Een van de zeven gebeden aan de hand van de zeven hoofdzonden (het gebed van de woensdag).
Goede God
die de aarde gezegend hebt
met alles waarvan wij leven,
wij willen eerlijke rentmeesters zijn
en niet meer nemen dan ons toekomt
want gulzigheid leidt tot verderf
en gretigheid is nooit verzadigd.
Geef ons de wijsheid om in eenvoud te leven.
Laat ons een licht opgaan
en leer ons het ware vasten, dat is:
ons brood delen met de hongerige,
de vluchteling onderdak geven
en de verdrukte zijn vrijheid te laten.
Dan bidden wij met recht: Uw Koninkrijk kome. Amen.
(uit: Dienstboek, een proeve, Schrift - maaltijd - gebed, pag. 1100-1102)
Jan Minderhoud