Een verkorte versie van dit artikel verscheen in het Nederlands Dagblad van 5 januari 2021
MET ALLE AANDACHT VOOR ‘GENDER’ ZOU JE ZOMAAR VERGETEN DAT ER EEN SCHEPPER IS...
In Zweden laait de discussie op of je jongeren met genderdysforie wel écht helpt met geslachtsaanpassende behandelingen. Als je eenmaal in de transgender-behandel-trein zit, kun je nooit meer uitstappen, zo las ik in het ND van 29 december (Experiment met genderdysforie. ‘Eenmaal begonnen met testosteron, blijf je patiënt voor het leven’). Het bracht me ertoe om de genderideologie eens onder de loep te nemen. Daarmee zet ik een breder kader neer dan alleen dat van de vragen waar transgenders onze samenleving mee confronteren. Want er speelt meer.
Gender en sekse
‘Gender’ is in. Het lijkt bijna een toverwoord geworden. ‘Gender’ is in, ‘sekse’ is uit. Op scholen worden kinderen en jongeren erin onderwezen. Een goede kennis van me vertelde me hoe haar kinderen (basisschool) alles konden uitleggen over transgenders, maar toen het ging over verliefdheid, verkering en vriendschap bleef het angstvallig stil. Als je verder gaat graven, vallen er woorden als ‘genderdiversiteit’, ‘gendervariant’, ‘genderfluïde’ en ‘genderrol’. En enkele jaren geleden was er zelfs vraag naar een gender-neutrale Jezus. Maar weten we ook waar we het over hebben?
In het hedendaagse spraakgebruik staat ‘sekse’ voor iemands biologische kenmerken (chromosomen, geslachtsdelen, hormoonspiegel) en ‘gender’ voor de gedrags- en identiteitsaspecten, de sociaal-culturele rol die iemand op zich neemt. Sterk vereenvoudigd: sekse zit tussen de benen, gender zit tussen de oren. Het onderscheid tussen sekse en gender zegt vervolgens iets over de mate waarin iemand zich ook daadwerkelijk man of vrouw voelt en zich als zodanig wil gedragen. Want 'men wordt niet als vrouw geboren, men wordt tot vrouw gemaakt' (Simone De Beauvoir). Vervolgens is een transgender iemand die zich niet (altijd) thuis voelt in het lichaam waarin hij of zij is geboren. Je zou kunnen zeggen: bij hem of haar lopen ‘sekse’ en ‘gender’ niet parallel. Bij genderfluïde mensen liggen deze dingen nog minder vast, ze zijn beweeglijk in hun genderidentiteit en kunnen zich door de tijd heen eerst man voelen, daarna vrouw of ergens daar tussenin (‘genderzwerver’).
Je voelt wel aan dat er hier in ons spraakgebruik en in ons denken een wissel om gaat. Blijkbaar is het biologische geslacht van de mens niet meer bepalend. Je kunt wel geboren worden met de geslachtskenmerken van man of vrouw maar daarmee is nog niet alles gezegd. In de gendertheorie wordt het vastgepind worden op je geslachtskenmerken snel betiteld als ‘dictatuur van de natuur’. Iemand moet vrij zijn om zijn seksuele oriëntatie of genderidentiteit te verkennen, te ontwikkelen en daar op eigen wijze gestalte aan te geven. Iemand moet zichzelf kunnen definiëren, iemand moet vrij zijn om zijn/haar gevoel te kunnen volgen en niet in het keurslijf gedrongen worden dat de natuur (geboren als man of vrouw) voorschrijft of de samenleving hem of haar opdringt. Onze genderidentiteit is daarmee flexibel, veranderlijk en meervoudig.
LHBT en nog meer
Achter bovenstaande ontwikkelingen liggen de terechte vragen van LHBT(IQ)-ers. De tijd dat we die vragen kunnen negeren ligt achter ons. Het is nu de tijd om het gesprek met (niet langer over) LHBT-ers te voeren. Dit gesprek uit de weg gaan is geen optie, juist niet voor de gemeente van Christus. De letters L (lesbisch), H (homoseksueel), B (biseksueel) en T (transgender) zijn inmiddels bekend. Minder bekend is de I-groep: intersekse-personen (vroeger: hermafrodieten). Je hebt dan niet alleen de lichamelijke kenmerken van man of vrouw, maar ook iets van de andere sekse. Dat speelt in die discussie over de Zuid-Afrikaanse atlete Caster Semenya. Zij weigert hormoonremmers te slikken. Op de atletiekbaan wint ze alles omdat ze een hormoonhuishouding van een man heeft. Maar ze is genetisch en lichamelijk gewoon een vrouw. Dan heb je ook nog de Q, de queers. De term wordt op verschillende manieren gebruikt, maar meestal betekent het: ‘Ik wil in geen enkel hokje passen. Leg me niet vast op welke rol in gender of seksuele beleving/oriëntatie dan ook.'
Een adder onder het gras
Ik proef verwarring in de samenleving, met name over de ‘gendertheorie’. We zijn niet meer zo zeker van bestaande ordeningen. Kinderen kan het met de paplepel ingegoten worden (ben ik wel een jongen, een meisje?) en ouders reageren onzeker. Begint de Bijbel er niet mee dat God de mens als man en vrouw geschapen heeft, mannelijk en vrouwelijk? In de gendertheorie is dat niet meer zo helder want termen als ‘mannelijk’ en ‘vrouwelijk’ zijn vloeibaar, diffuus geworden. De tweedeling ‘man’ en ‘vrouw’ geldt in de gendertheorie als beperkend. Liever spreekt men van ‘genderfluïde’. Was het niet al in het paradijs dat de slang verwarring kwam zaaien?
In hetzelfde verband duikt het woord ‘heteronormativiteit’ op: het heteroseksuele model wordt als beperkend en beknellend ervaren. Door sommigen wordt daar zelfs een theologie aan verbonden: queer-theologie. Schepping staat dan niet meer voor orde terwijl in Genesis 1 scheppen juist scheiden en ordenen is: licht en donker, dag en nacht, zee en land, mens en dier. In de queer-theologie is de schepping een plek van chaos geworden en in zekere zin onberekenbaar.
In de gendertheorie is ook een nieuw taalveld ontwikkeld om ons deze nieuwe (wan)orde tussen de oren te druppelen. Iemand die vragen stelt bij het verlangen van een transpersoon om als iemand van het andere geslacht door het leven te gaan (transgender) wordt ‘transfoob’ genoemd. Iemand die vanuit de Bijbel moeite heeft met homoseksuele praxis heet dan ‘homofoob’. Hadden we het woordje ‘fobie’ niet gereserveerd voor een neurotische angst, bijvoorbeeld voor spinnen of gesloten ruimtes? Nu ben je homofoob als je reserves toont tegenover het normaliseren van homoseksuele relaties.
De gendertheorie is steeds meer een leidende ideologie geworden. Aan universiteiten wordt het vak ‘gender studies’ gedoceerd. Ook in overheidsinstanties, ondernemingen en opvoedingsinstituten wordt op 'gender' getraind. Genderneutraliteit is een must. Tot in de winkelstraat toe want kinderspeelgoed en kinderkleding waarbij onderscheid gemaakt wordt in jongens en meisjes kan zomaar taboe zijn. Voor sommigen betekent gendergelijkheid niet veel meer dan gelijkberechtiging, maar voor anderen gaat het veel verder. Dit alles gebeurt zonder dat er ooit een breed maatschappelijk debat is gevoerd. Bijna niemand weet wat 'gender’ is en toch is gender geworden tot mainstream. Een spookachtig proces, zegt de Duitse sociologe Gabriele Kuby (zie Genderideologie... punt van aandacht en voorbede)
Alsof de Schepper half werk heeft afgeleverd…
Wat er bij mij niet in wil: dat de Schepper zich vergist zou hebben toen Hij de mens als man en vrouw schiep en het heteroseksuele huwelijk bedacht. Andere varianten vallen wat mij betreft onder de noemer ‘gebrokenheid’. Sommigen komen tot een herinterpretatie van de scheppingsorde vanuit het eschaton, het komende Koninkrijk dat alle bestaande verhoudingen relatief maakt. Inderdaad zie je in het Nieuwe Testament op meer plaatsen een relativering van huwelijk en seksualiteit (Mat. 22:30). Als voorschot daarop zet Jezus eunuchen op een voetstuk (Mat. 19:12) en haalt de Heilige Geest de diaken Filippus weg uit een opwekking in Samaria om aan een eunuch op een eenzame weg naar Gaza het evangelie te brengen. Paulus relativeert met het oog op de spoedige wederkomst van Jezus en het Koninkrijk van God de bestaande verhoudingen en breekt een lans voor het celibaat (1 Kor. 7). Maar met dit alles blijven Jezus en Paulus binnen de door God gestelde ordening.
Met de gender-ideologie is dat anders, daar stellen we ons tegenover de Schepper en boven de door God gegeven natuur. Dat is in een ander verband ook al duidelijk geworden, namelijk in de klimaatcrisis. Met name in de westerse traditie zijn we sterk antropocentrisch gaan denken. Antropocentrisch: de mens die heerst over de schepping denkt ongelimiteerd de schepping naar zijn hand te kunnen zetten of aan de schepping te kunnen knutselen. Die laatste rekening krijgen we inmiddels gepresenteerd. Zou het kunnen dat we op termijn ook de rekening van gendertheorie gepresenteerd krijgen?
Jan Minderhoud is theoloog en counselor, o.a. op het gebied van relaties en seksualiteit.
Om te bidden: Gebed inzake invloed genderideologie