Onderstaande Module is afkomstig uit de werkmap WEGEN VAN GEBED (niet meer leverbaar).
U kunt er een aparte bijeenkomst over gebed en karakter mee organiseren.
Op de slotpagina vindt u extra informatie voor de Begeleider.

 

Module  6 - GEBED EN KARAKTER

                                                                                                                                              Nynke Dijkstra

Beginvraag

Als anderen, die u goed kennen, een typering van u zouden moeten geven, welke woorden zouden ze dan gebruiken? Voorbeeldtyperingen: ingetogen, rustig, evenwichtig, enthousiast, gevoelig, verstandig, nuchter, romantisch, ordelijk, tamelijk chaotisch, gezelschapsmens. Of nog anders?

Bezinning

Over bidden zijn geen ‘regels’ te geven. De een bidt anders dan de ander. Ieder gebruikt zijn eigen taal, haar eigen woorden. Sommige mensen bidden graag vroeg in de morgen. Avondmensen kunnen zich beter ’s avonds laat concentreren. Je geloofsbeleving en je manier van bidden worden mede bepaald door:

a.       je achtergrond
b.       je karakter
c.       je huidige situatie

 

a.       je achtergrond 
Hoe heeft u leren bidden? Hoe was dat thuis? Welk beeld van God heeft u meegekregen? Lag de nadruk op eerbied (‘vreze des Heren’) of op vertrouwelijkheid? Dat kan van grote invloed zijn op hoe u nu bidt en hoe u nu uw geloof beleeft.

 

b.      je karakter
Mensen die boekjes over gebed schrijven, zijn meestal een bepaald type bidders. Ze houden van alleen zijn, laden zich op aan hun binnenwereld, kunnen zich lange tijd achter elkaar concentreren en zijn meestal gevoelsmensen. Als je hun boekjes leest, kun je je behoorlijk ongelukkig gaan voelen, als je heel anders bent. ‘Dat haal ik nooit’. Of: ‘Dat is zo zweverig, niks voor mij.’ Hoe je in elkaar zit, hoe je karakter is, dat heeft invloed op je gebedsleven.

Myers-Briggs, twee vrouwen die nogal wat over dit onderwerp geschreven hebben, onderscheiden verschillende ‘typen’ mensen en de daarbij horende manier van bidden. Ze werken met vier tegenpolen (met een glijdende schaal daartussen):

extravert     --------------------------------------                introvert
gevoelsmensen    ------------------------------               verstandsmensen
nuchter, levend in het hier en nu    ----------           gericht op mogelijkheden
gestructureerd, beslist  -----------------------              open, flexibel

Extravert
Je vindt het leuk om onder de mensen te zijn. Een feestje geeft je energie. Alleen zijn vind je saai of vermoeiend. Je laadt je op aan indrukken die van buiten op je af komen; die indrukken houden je gaande en geven je nieuwe impulsen. Avontuurlijk.

Introvert
Je komt tot rust door je terug te trekken en een tijdje alleen te zijn. Lange tijd veel mensen om je heen vind je vermoeiend. Je laadt je op aan je binnenwereld, op momenten dat je je afsluit voor indrukken en zelf kunt nadenken.

Een extravert bidt meer gaandeweg en tussen de bedrijven door.
Een introvert houdt ervan zich terug te trekken voor een tijd van gebed.
Gaandeweg bidden is voor een introvert moeilijker, concentratie en stilte zijn nodig. 

Gevoelsmensen
Gevoelsmensen zijn gericht op harmonie in relaties. Ze voelen goed wat er in een ander omgaat, ze zijn zelf ook onderhevig aan gevoelswisselingen. Gevoelig voor sfeer. Geven zich gemakkelijk aan iets over.

Verstandsmensen
Verstandsmensen zijn gericht op de waarheid, willen weten ‘hoe iets zit’. Hoe iemand zich erbij voelt is een tweede. Verstandsmensen moeten daar op gewezen worden. Ze houden van analyseren en willen een en ander goed op een rijtje hebben voor zij ergens aan beginnen. Eerst snappen, dan doen. Ze zijn kritischer dan gevoelsmensen.

Gevoelsmensen bidden meer vanuit hun gevoel, met meer gevoel. De toon is pastoraler, invoelender dan bij verstandsmensen. Emoties spelen een grotere rol in het gebed.
Verstandsmensen  leggen de zaken aan God voor, zonder daar altijd van alles bij te ervaren. Zij beslissen meer om dat te doen, omdat zij weten dat het goed is (waarheid).

Nuchter, levend in het hier en nu
Het gaat hier om mensen die zien wat voor ogen is. Ze zien ook veel details, en genieten van het hier en nu.Ze leven niet zo met verleden en toekomst. Ze zijn niet zo gevoelig voor symboliek, voor fantasie, toekomstbespiegelingen en visioenen. Denken meer in wat ‘is’ dan in wat ‘zou kunnen’.

Gericht op mogelijkheden
Deze mensen leven met idealen, zijn gericht op mogelijkheden. Ze zijn gevoeliger voor symboliek en diepere ‘lagen’ in de werkelijkheid. Soms verliezen ze de realiteit wat uit het oog. 

Mensen die nuchter in deze werkelijkheid leven, zullen God bijvoorbeeld makkelijk kunnen bedanken voor alle mooie dingen die zij zien en beleven. ‘Tel uw zegeningen’ is geen probleem, zij kunnen die zegeningen zo opsommen. In hun dankgebed beschrijven zij al het mooie wat zij om zich heen zien.
Mensen die meer gericht zijn op mogelijkheden, zullen meer leven met Gods beloften en de toekomstvisioenen in de bijbel, met ‘zoals het bedoeld is’. Voor die mogelijkheden danken zij.

Gestructureerd, beslist
Het betreft hier mensen die het fijn vinden om een knoop door te hakken. Een beslissing geeft rust. Vaak zijn het goede planners, die hun werk op tijd af hebben. Er is structuur in hun leven.

Open, flexibel
Deze mensen houden zo lang mogelijk allerlei keuzes open. Ze passen zich snel aan, kunnen flexibel inspelen op een nieuwe situatie, maar hebben moeite om iets wat ze beginnen ook af te maken. 

Mensen, die gestructureerd en beslist zijn, kunnen vrij lang op een geplande manier voor anderen bidden. Ze vinden het prettig om ook hun gebedsleven te ‘ordenen’. Hun gebeden hebben de neiging in bepaalde patronen te ‘vallen’. Soms kan dat leiden tot sleur.
Mensen, die open en flexibel zijn, vergeten vaak na een tijdje wat ze zich ook al weer hadden voorgenomen. Ze bidden meer voor wat zich op dat moment voordoet en aandient en vinden het niet erg als ze hun gekozen gewoonte moeten aanpassen aan een nieuwe situatie. Ze vinden wel weer een andere manier om hun gebed een plaats te geven.

 

c.      je huidige situatie
Moeders met kleine kinderen bevinden zich in een heel andere situatie dan oudere mensen, die bijvoorbeeld gepensioneerd zijn en de tijd meer aan zichzelf hebben. Ook kun je bepaald worden door wat je net hebt meegemaakt: je verdriet, je zorgen of juist je vreugden van het moment. Als je door een moeilijke periode heengaat, kan het soms erg moeilijk zijn om te bidden. Of juist makkelijker. Als alles je voor de wind gaat, kun je vergeten om te bidden. Of is je hart juist vol dank?
‘Te druk om niet te bidden’ luidt de titel van een boek van Bill Hybels. Luther stond, als hij het druk had, een paar uur eerder op om extra tijd te hebben voor gebed.

 

Verwerking

1.      Gebed en karakter
In welke ‘typen’ herkent u zich? (extravert of intravert? gevoelsmens of verstandsmens? nuchter, levend in het hier en nu, of gericht op mogelijkheden? gestructureerd, beslist,  of open, flexibel?)
Zou u willen oefenen met een andere manier van bidden dan die ‘automatisch’ bij u past, of bent u liever eerst op zoek naar de manier die aansluit bij uw karakter?
Bijvoorbeeld:
-          leren ‘ gaandeweg’ te bidden, door de dag heen
-          meer structuur aanbrengen in mijn gebed
-          danken voor wat ik om me heen zie
-          danken voor Gods beloften, mogelijkheden
-          mijn gevoelens meer leren verwoorden
-          ook bidden als ik ‘niet in de stemming’ ben
-          bidden in stilte
-          bidden, ook als het niet stil is …

2.      Gebed en huidige situatie
Op welke manier heeft de situatie waarin u zich bevindt van invloed op uw geloofsleven?
Te druk, te bezorgd, te gelukkig om te bidden? Hoe gaat u daarmee om?

 

Voor thuis:
Lees een gedeelte uit de bijbel en vraag uzelf het volgende af:
-        Waar kan ik God voor danken op grond van deze tekst?
-        Is er iets wat ik Hem zou moeten belijden op grond van deze tekst?
-        Wat zou ik kunnen vragen voor anderen, voor mezelf op grond van deze tekst?

Mogelijke bijbelgedeeltes:
Matteüs 3: 13 - 17 (de doop van Jezus), Matteüs 4: 18 - 22 (de roeping van de eerste discipelen), Matteüs 4: 23 - 25 (de eerste genezingen). U kunt ook denken aan een Psalm (Psalm 3, morgenlied en Psalm 4, avondlied). Daarbij kunt u ook proberen u te ‘oefenen’ in een manier van bidden die bij u past, of die juist anders is dan wat voor u voor de hand ligt.

Voor wie verder lezen wil:
-          W. Doornenbal, Geloven zoals je bent, uitgave Boekencentrum, Zoetermeer 2002


VOOR DE BEGELEIDER

Opmerkingen
De relatie tussen karakter en geloofsbeleving is voor veel mensen nieuw. De ervaring leert dat dit onderwerp heel verhelderend is. Het ontspant, omdat de nadruk ligt op een manier van bidden die bij je past. Mensen mogen daarin onderling verschillen. Soms herkennen mensen deze verschillen ook in hun relaties. Het kan hen helpen om de ander meer te aanvaarden in zijn/ haar manier van geloven. Voor meer achtergrondinformatie over de typologie van Myers-Briggs is het boekje van Wil Doornenbal een aanrader.

Om te openen en te sluiten
Ook in de bijbel bidden mensen op verschillende manieren. Dit kan ook bij het openen en sluiten van de bijeenkomst tot uitdrukking worden gebracht. Lees eens een van de volgende teksten: een Psalm vol emoties van de gevoelsmens David. Nehemia die ‘tussen de bedrijven door’ zijn gebeden zegt (Nehemia 2: 4). Daniël die op een vaste tijd en plaats bidt (Daniël 6). Hanna die haar hart uitstort bij God (1 Samuël 1: 15) en zich daarbij oppervlakkig gezien als een dronken vrouw gedraagt. Maria die introvert en ingetogen lijkt te reageren op de boodschappen van God ("zij bewaarde die woorden, ze overwegende in haar hart").
Een mooie ‘Loesje’ om mee te beginnen is: "Wees jezelf, God heeft de ander al."

Programma van de avond

20.00 uur                Welkom en opening 

20.10 uur                Korte introductie van het thema en de opzet van de avond
                               Bespreek in kleine groepen (3 – 4 personen) de beginvraag.

 20.20 uur               Deel het blad Bezinning aan de deelnemers uit
                               en geef in eigen woorden weer wat daar wordt aangesneden.
                               U kunt het aanvullen met eigen gedachten en voorbeelden.

                               Geef de deelnemers de gelegenheid om te reageren (iets te vragen of aan te vullen).

 20.55 uur               Korte pauze

 21.05 uur               Bespreek in kleine groepen de verwerkingsvragen.
                               (als de groep voldoende vertrouwd met elkaar is, kan het leuk zijn om de verschillen
                                in karaktertypen te inventariseren op een flapover)

21.40 uur                Plenaire nabespreking 

22.00 uur                Afsluiting

Sluit af met een gebed, waarin gedankt kan worden voor de verschillen tussen mensen.
U kunt God ook vragen of Hij ieder verder wil helpen op de eigen weg van gebed.