1. In een vraaggesprek in EO-Visie werd aan ds. Adri Bloemendal, auteur van het boek Laat Hem geen rust (2005) de vraag gesteld: “Bestaan er 'onverhoorde gebeden'?”
Dit was zijn antwoord: “Jazeker. In een relatie - want bidden is een onderdeel van de relatie met God - kan een verzoek geweigerd worden, om welke reden dan ook. En als wij daarmee te maken hebben, verkeren we niet in slecht gezelschap: van Mozes, Paulus, ja, van Jezus zelf werd een gebed niet verhoord (Deut. 3:23-29; 2 Kor. 12:7-9; Mat. 26:36-46). Dat kan dan wel aanleiding zijn tot een geloofscrisis, zeker als datgene wat je aan God vraagt voor jou heel belangrijk is en je niet begrijpt waarom Hij je gebed niet verhoort. Wat kan bidden soms een worsteling zijn. Toch geloof ik dat je wel mag zeggen dat God met elk oprecht gebed iets zal doen. In die zin kun je ook spreken van ‘anders verhoorde gebeden’. En laten we niet vergeten: er zijn gebeden die God altijd verhoort en dat zijn de belangrijkste! Bijvoorbeeld het gebed om de Heilige Geest (Luc. 11:10-13).”

Vervolgens werd de vraag gesteld:
“Wat zijn, van onze kant, de belangrijkste blokkades voor gebedsverhoring die de Bijbel noemt?”
“Bij blokkades denk ik vooral aan dingen die in jezelf zitten en verhoring in de weg staan. Daarnaast zijn er ook factoren van buitenaf die een gebedsverhoring negatief kunnen beïnvloeden. Dit geheel vat ik samen onder ‘grenzen aan de uitwerking van het gebed’, en daarvan kun je vijf groepen onderscheiden: onzuivere motieven bij het bidden (Jak. 4:2,3), Gods plan is anders (2 Kor. 12:7-9), de eigen verantwoordelijkheid van mensen (1 Sam. 12:23-25), doorwerking van de zonde (Joz. 7:6-12) en de macht van het kwaad (Dan. 10:12-13). Met het oog op de onverhoorde gebeden is het belangrijk om ook te letten op die factoren van buitenaf. Soms is een gebed goed in zichzelf en wil God het verhoren, maar de machten die Hem tegenwerken, staan vooralsnog in de weg. Let wel: de genoemde bijbelteksten zijn voorbeelden, er zijn er veel meer te noemen.”

 

2. Jan Minderhoud schreef over onverhoord gebeden in hoofdstuk 6 van zijn (cursus)boekje Bidden kun je leren (1994, alleen nog digitaal beschikbaar). We geven de passage licht bewerkt weer:

Niet verhoord worden
Ook in de Bijbel is het niet zo dat elk gebed verhoord wordt. Een voorbeeld van een onverhoord gebed vinden we in 2 Kor. 12:7-9. Paulus vertelt daar hoe hij tot driemaal toe heeft gebeden vanwege zijn doorn in het vlees. Betreft het hier een oogkwaal? Lijdt Paulus aan demonische kwellingen? Moeten we het ‘driemaal’ letterlijk opvatten, of is dit meer symbolisch bedoeld: driemaal bidden is voortdurend bidden? Er zijn vragen te over bij dit gedeelte en de antwoorden van de bijbeluitleggers zijn dan ook verschillend. Hoe dit alles ook zij, Paulus' gebed wordt niet verhoord ...
Of moeten we zeggen: het wordt ánders verhoord? Want Gods antwoord aan Paulus is: "Je hebt niet meer dan mijn genade nodig, want kracht wordt zichtbaar in zwakheid". Het is in ieder geval duidelijk, dat dit antwoord pas gegeven wordt na een intensieve worsteling in het gebed. Alleen wie het avontuur van het gebed aangaat, ontdekt ook de grenzen ervan. Vanuit het Evangelie weten we, dat deze grenzen niet bepaald worden door goddelijke willekeur, maar door de liefde van God zoals we deze hebben leren kennen in Jezus Christus.

Belemmeringen
Er zijn grenzen aan de verhoring van onze gebeden. Sommige gebeden wordt niet verhoord. Andere gebeden worden ánders verhoord dan we hadden verwacht en gevraagd. Maar ze worden wel degelijk verhoord. Daarmee is direct het verrassingselement van het bidden aangegeven. Wie bidt is bezig met een geloofsavontuur!

  • Wat kunnen nu belemmeringen zijn voor onze gebeden, belemmeringen die God verhinderen om te verhoren? In de Bijbel worden ons op deze vraag verschillende antwoorden aangereikt.We zijn zelf niet bereid de consequentie van ons gebed te trekken. Hoe kan je bidden voor de nood in de wereld, als je zelf niet eens bereid bent de handen uit de mouwen te steken (Jes. 58:1-14)?

  • Hoe kan je God om vergeving bidden, als je zelf niet bereid bent om anderen te vergeven? Zo staat met een gebrek aan bereidheid om anderen te vergeven ook de verhoring van onze gebeden op het spel. Niet toevallig zegt Jezus juist hier iets over, nadat Hij zijn discipelen en de scharen geleerd heeft het Onze Vader te bidden (Mat. 6:14-15, vgl. Mat. 5:23-24).
    Aan een joodse rabbi werd eens door één van zijn leerlingen gevraagd: "Vroeger waren er mensen die God van aangezicht tot aangezicht zagen. Waarom zijn die er vandaag niet meer?" De rabbi gaf deze leerling ten antwoord: "Omdat vandaag niemand zich meer zo diep wil bukken."

  • We belijden onze zonden niet, maar spelen daarmee verstoppertje voor God. Ook dit kan de verhoring van onze gebeden in de weg staan (Ps. 32, Jes. 59:1-2, Jak. 5:16). Kan dit ook een collectieve schuld zijn, die we als kerk en christenheid met ons meedragen? Ook in de Bijbel lees je voorbeelden van een plaatsvervangend schuld belijden, namens het hele volk, ook namens de vorige generaties (Neh. 9).

  • We dienen met ons gebed alleen maar onze eigen belangen, en niet de belangen van het Koninkrijk van God. Natuurlijk mogen we bidden voor onze eigen noden en verlangens (Fil. 4:6), zoals we ook bidden om ons dagelijks brood. Maar deze bede om brood in het Onze Vader staat wel ingeklemd tussen het "Uw Naam worde geheiligd, Uw Koninkrijk kome, Uw wil geschiede" en de afsluitende lofprijzing "want van U is het Koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid".
    Als onze gebeden gericht zijn op de eigen hartstochten, dus wanneer we bidden uit egoïstische motieven, kan God ons niet verhoren (Ps. 66:18, Jak. 4:1-4). God vervult niet al onze wensen, maar wel al Zijn beloftes!

  • We willen niet leven naar Gods beloften en geboden, maar lopen liever de moderne afgoden achterna (Ez. 14:1-5, 1 Joh. 3:21-23)

  • We houden na verloop van tijd op met voor iets te bidden, we verslappen. Jezus leert ons in twee gelijkenissen om aanhoudend te bidden, om door te gaan met vragen, om tot op het onbeschaamde af te blijven vragen (Luc. 11:5-13, 18:1-8).

  • We lijden aan ongeloof, aan gebrek aan geloofsvertrouwen (Marc. 11:20-24, Luc. 18:8, Jak. 1:5-8). Daarmee bedoel ik niet, dat we zouden gaan zien op onszelf en gaan letten op de thermometer van ons geloofsleven. We mogen telkens weer zien op Christus en op de beloftes van Gods Woord. Wat een bemoediging is het dan om te weten, dat een geloof als een mosterdzaadje al voldoende is (Mat. 17:20)!
    Iemand zei het eens zo: als we bidden beroepen we ons op Gods beloftes, op de beloftes van de Koning der wereld. Stel nou eens dat we een brief van de koning(in) kregen en we trokken de inhoud van die brief in twijfel .... Dat zou voor de koning(in) een grote belediging zijn. Wat betekent het dan voor de Koning der koningen, wanneer we Zijn beloftes niet serieus nemen?

  • Gods wil en weg is anders. In Psalm 86:11 bidt David: "Wijs mij uw weg, HEER, laat mij wandelen op het pad van uw waarheid". Gods wegen zijn soms anders dan wij in gedachten hebben. Daarom ook bidden wij onder het voorbehoud van het "niet mijn wil maar de Uwe geschiede", zoals Jezus dat bad in zijn doodsstrijd in Getsemane.

 

3. Tot slot: voor de 50 dagen op weg God  - een project om bijvoorbeeld tussen Pasen en Pinksteren 50 dagen stil te staan bij het gebed -  is materiaal ontwikkeld dat o.a. uitgebreider stil staat bij het thema van de onverhoorde gebeden. Week 5 besteedt uitgebreid aandacht aan het thema 'onverhoorde gebeden', onder de noemer 'Obstakels op de weg':

  • In het dagboek voor zeven weken 50 dagen op weg met God - Het gebed als ontdekkingsreis (met telkens een pagina voor volwassenen en voor kinderen);
  • In het werkboekje voor kringen, groeigroepen of thema-avonden 50 dagen op weg met God - Handleiding voor Gesprek & Gebed.

Zie ook 50 dagen op weg met God
Zie vervolgens verder http://www.ewv.nl/vorming/50dagen-op-weg-met-God-2015 voor een overzicht van alle materiaal en de webwinkel.