Eigenlijk is het tongengebed een verzameling onverstaanbare klanken. Lettergrepen waar geen touw aan vast te knopen is. Tenminste, voor ons mensen niet. Maar wel voor God. Want tongentaal is een taal van de Heilige Geest. Het tongengebed is een gebedstaal waarbij het de Heilige Geest is die in ons bidt. We kennen het uit de kerkgeschiedenis, alle eeuwen door, en uit het Tweede Testament (Handelingen 2:1-13, 10:46, 19:6). In onze tijd is men er in de Pinksterbeweging en in de charismatische vernieuwing binnen de traditionele kerken het meest mee vertrouwd.

Klanktaal

Het zijn dus op het eerste gehoor onverstaanbare klanken die iemand uitstoot. Vandaar ook de Nieuwe Bijbel Vertaling die op de meeste plaatsen het 'in tongen spreken' (NBG) vertaalt met 'in klanktaal spreken', terwijl de Naardense Bijbel meestal met 'spreken in een vreemde taal' weergeeft.
Als iemand in tongentaal spreekt, is dat dan een bestaande taal? Dat kan, maar dat hoeft niet altijd. Het komt wel voor dat iemand in een samenkomst in tongen sprekend een boodschap van God doorgeeft en dat dit door iemand anders die een buitenlandse taal machtig is, herkend wordt als een boodschap in zijn of haar eigen taal. Zo gebeurde het ook bij de uitstorting van de Heilige Geest op het Pinksterfeest. De van verre gekomen Joden, Romeinen, Cretenzen en Arabieren hoorden ieder in hun eigen taal van de grote daden van God spreken.
Ook vandaag kan het voorkomen dat een buitenlander iemand hoort spreken in zijn eigen taal. Twee voorbeelden. Een voorganger in Litouwen kreeg een Nederlandse praise-band op bezoek. Hij ging voor de band bidden, eerst in zeer gebrekkig Engels, later in tongen. De Nederlandse bandleden hoorden hem vloeiend in een soort oud Engels bidden. Of die predikant die vertelt hoe hij bad met iemand die vanuit Hongarije op bezoek was in Nederland. Op een gegeven moment koos hij ervoor een kort gebed in tongentaal voor hem uit te spreken. Achteraf vertelt de bezoeker dat er in zuiver Hongaars voor hem gebeden was: hij had het goed kunnen begrijpen en de gebeden waren zeer toepasselijk geweest.
Tussen de regels van het Tweede Testament door lees je vaker over tongentaal. Zoals het woord van Paulus in Romeinen 8:26-27 (NBG): 'En evenzo komt de Geest onze zwakheid te hulp; want wij weten niet wat wij bidden zullen naar behoren, maar de Geest zelf pleit voor ons met onuitsprekelijke verzuchtingen. En Hij, die de harten doorzoekt, weet de bedoeling van de Geest, dat Hij namelijk naar de wil van God voor heiligen pleit.' De onuitsprekelijke verzuchtingen zijn volgens vele bijbeluitleggers een verwijzing naar tongentaal. Dat geldt ook voor het woord van Paulus: 'En bidt daarbij met aanhoudend bidden en smeken bij elke gelegenheid in de Geest' (Efeziërs 6:18, NBG) en het 'bidden in de Heilige Geest' in de brief van Judas, vers 21.

Spelregels

De spelregels, die Paulus in 1 Korintiërs 14 geeft voor het spreken in tongen in de eredienst, hebben geleid tot het misverstand dat Paulus tongentaal als tweederangs zou beschouwen. Maar Paulus is zelf dankbaar, dat 'ik meer dan u allen de gave heb in klanktaal te spreken' (vers 18). Hij is dankbaar voor tongentaal als gebedstaal in zijn persoonlijke omgang met God. 'Maar om in de gemeente anderen te onderwijzen, gebruik ik liever een paar begrijpelijke woorden dan ontelbaar veel in klanktaal.' (vers 19).
Daarom zegt Paulus dat er in de samenkomst alleen maar in tongen gesproken mag worden, als er ook een ondertiteling bij gegeven wordt. Deze ondertiteling kan gegeven worden door iemand die de gave van vertolking van tongen heeft (1 Korintiërs 12:10). In dat verband zegt hij ook: 'Ik moet bidden met mijn geest, maar ook met mijn verstand; ik moet zingen met mijn geest, maar ook met mijn verstand.' (vers 15). In de samenkomst van de gemeente is verstaanbaarheid van belang. Begrijpt iemand wat je zegt? Het gaat erom dat de aanwezigen opgebouwd worden, dat de gemeente gesticht wordt.

In alle nuchterheid

Nog iets over het gebruik van tongentaal in de binnenkamer. Je kunt ermee beginnen en ophouden wanneer je wilt. Het is dus een gebedstaal die onder controle van de bidder is. Het is beslist geen extase, zoals sommige bijbeluitleggers nog steeds zeggen. Vooral waar woorden tekort schieten – 'want wij weten niet wat bidden zullen naar behoren' -, kan het bidden in tongen heel nuttig zijn. Je kunt er ook in stilte andermans gebeden mee ondersteunen en versterken.

Hoe ontvang je het?

Eenvoudigweg door erom te bidden. Alleen of samen met anderen. Een gebed om een diepere vervulling met de Heilige Geest kan daarbij wonderen doen. Maar zoals dat geldt voor alle gaven van de Geest, zo geldt dat ook hier: er is niemand aan wie alle gaven gegeven worden - dat zou onze draagkracht verre te boven gaan, dat zou ons ook hoogmoedig maken -, dus ook de gave van het spreken in tongen wordt niet aan iedereen gegeven. Voor alle gaven van de Geest geldt het principe dat het de Geest is 'die ze aan iedereen afzonderlijk toebedeelt zoals hij wil' (1 Korintiërs 12:11).

Uit de joodse traditie

Rabbi Levi Jitschak van Berditchev was een van de eerste leerlingen van de Baäl Sjem Tov, de stichter van de chassidische stroming binnen het Jodendom. Op een dag hoorde de rabbi iemand zijn gebed zeer haastig en al mompelend uitspreken. Toen de man zijn gebeden gezegd had, ging rabbi Levi Jitschak naar hem toe en maakte een paar onverstaanbare klanken.
"Ik begrijp niet wat je zegt", zei de man.
Daarop antwoordde rabbi Levi Jitschak van Berditchev: "Dat was nu precies de manier waarop je tot God sprak."
"Maar," antwoordde de man, "een zuigeling maakt onbegrijpelijke klanken, maar niettemin begrijpen zijn ouders toch wat hij bedoelt. God is mijn Vader en Hij kan mijn gemompel begrijpen."

 

(hoofdstuk 17 uit: Jan Minderhoud, BIDDEN IS EEN WEG, Praktische gebedsvormen voor de binnenkamer en voor groepen. BIDDEN IS EEN WEG - Inhoudsopgave boek)